Op 29 mei 1453 veroverden de Turken Constantinopel, de hoofdstad van het aloude Oostromeinse Rijk.

david van bourgondie drieluik

David van Bourgondië (ca. 1427-1496), bisschop van Utrecht 1456-1496. Linker paneel van een drieluik door de Meester van Delft, (ca. 1500). (Museum Catharijneconvent, Utrecht, foto Ruben de Heer)

Vele geestelijke en wereldlijke machthebbers in West Europa vonden dat het tijd was geworden om een kruistocht te ondernemen, opdat er een einde zou komen aan de veroverzucht van deze ongelovigen. Philips van Bourgondië was deze mening ook toegedaan. Op 17 februari 1454 zwoer hij tijdens een groots feestmaal in Rijsel, het beroemde Feest van de Fazant, dat hij de Turken zou gaan bevechten, zodra de omstandigheden dit zouden toelaten. Tal van edelen in zijn landen zegden toe dat zij hem persoonlijk zouden vergezellen op zijn kruistocht of dat zij tenminste manschappen zouden zenden en bekostigen. Reinoud en Gijsbrecht waren niet aanwezig in Rijsel, maar ook zij wilden een bijdrage leveren. Zij beloofden dat één van hen met de hertog zou optrekken, indien hun gezondheid en hun affaires (maatschappelijke omstandigheden) dit toelieten. Waren zij allebei verhinderd, dan zouden zij zestien gewapenden zenden en die een jaar lang financieel onderhouden126. Philips wilde in de zomer van 1455 zijn plan ten uitvoer brengen, maar hij moest van dit voornemen afzien, omdat hij al zijn aandacht en tijd moest gaan richten op het Sticht.

Op 24 maart 1455 stierf Rudolf van Diepholt, zodat er een nieuwe bisschop van Utrecht moest worden gekozen door de kanunniken van Utrecht127. Het bleek al gauw dat er twee uitgesproken favorieten waren voor de verkiezing: David van Bourgondië en Gijsbrecht van Brederode. David was zoals gemeld een bastaard zoon van Philips; hij was op dat moment al bisschop van Terwaan. De hertog had zijn natuurlijke zoon als kandidaat aangedragen in de verwachting dat die zijn belangen in het Sticht het beste zou dienen. Hij zal allicht ook gewaarschuwd zijn door de Kabeljauwen dat de verkiezing van Gijsbrecht het aanzien en de macht van de familie Van Brederode wel erg zou versterken. Er gingen ook geruchten dat de Brederodes contacten hadden met de Friezen. De kanunniken kenden David niet of nauwelijks en wilden ook niet op hem stemmen, omdat zij beducht waren dat een keuze voor David het Sticht nog meer onder Bourgondische invloed zou brengen. Zij hielden echter naar buiten toe vol dat David niet zo'n goede kandidaat was, aangezien er nog nooit een bastaard tot bisschop van Utrecht was verheven128. Daarentegen wisten de geestelijken heel goed wat zij aan Gijsbrecht hadden: hij zou de politieke zelfstandigheid van het diocees vast goed kunnen verdedigen, temeer daar hij in Reinoud een machtige en invloedrijke broer had. Alleen pleitte tegen Gijsbrecht dat hij actief had meegevochten om de opstand van Gent te bedwingen.

Bij de verkiezingen op 7 april 1455 bleek dat de stemgerechtigde geestelijken in overgrote meerderheid voor Gijsbrecht van Brederode hadden gekozen. De gekozene moest echter nog in zijn functie bevestigd worden door paus Calixtus III. Philips weigerde de nederlaag van David te aanvaarden. Hij drong er bij de paus op aan zijn zoon alsnog tot bisschop van Utrecht te verheffen, anders zou hij voorlopig niet op kruistocht kunnen gaan. Calixtus was gevoelig voor dit argument en gaf de hertog van Bourgondië zijn zin, zonder zich te bekommeren over de verkiezingsuitslag. Het was nu zaak voor Philips om de bevolking van het Sticht zover te krijgen dat zij David als hun geestelijk en wereldlijk heer zouden aanvaarden.

In november 1455 kwamen Philips en zijn erfzoon Karel van Charolais naar Holland om een bede voor de Turkse kruistocht te vragen en om de installatie van David te verzekeren. Het eerste punt leverde niet zoveel problemen op, het tweede deste meer. Reinoud van Brederode, Hendrik van Montfoort en hun medestanders hielden vol dat Gijsbrecht van Brederode de nieuwe bisschop van Utrecht was conform de uitslag van de stemming. De Hoekse leiders begonnen wel besprekingen met Philips, maar die leverden voorlopig geen oplossing op.


126. BNP, MF 11594, f. 113-114v, gedrukt in Doutrepont, 'Notice', 16-17. Huizinga, Herfsttij, 86-88.

127. Algemene overzichten over de strijd om de bisschopsstoel geven Zilverberg, David, 10- 21, en Van Gent, 'Pertijelike saken', 68-71, met de bronnen in de noten. Van Leyden is onvolledig in zijn relaas: hij verzwijgt bijvoorbeeld dat Reinoud zich op het kapittel in Den Haag moest onderwerpen.

128. Chastellain, Oeuvres, III, 101-107 en 128. Aurelius, Divisiekroniek, f. 296v en 297v.


Dit artikel is overgenomen uit de 20ste jaargang van het Jaarboek, 'Reinoud II,. Nummer 1/2 uit 1995
Auteur: M. J van Gent. Het volgende artikel: De Brederodes onderwerpen zich. Voor het overzicht van alle artikelen zie: Een Hollandse luis in de Bourgondische pels.

Meer over: Feest van de Fazant,

We use cookies

Wij gebruiken cookies op onze web site. Sommigen zijn essentieel voor het correct functioneren van de site, terwijl anderen ons helpen om de site en gebruikerservaring te verbeteren (tracking cookies). U kan zelf kiezen of u deze cookies wil toestaan of niet. Let op dat als u onze cookies weigert mogelijk niet alle functies van de site beschikbaar zijn.